Inleiding.
In alles wat wij tot nu toe publiceerden, schreven we regelmatig iets over de weg die de mens als evolutionair wezen moet afleggen om tot God terug te keren; waar de mens aan zijn enorme kringloop is begonnen; wie God is enzovoorts.
Daarnaast gaven we diverse keren
aan, dat alles, maar dan ook alles wat er gebeurd is “bewaard”
gebleven is, waardoor het weer oproepbaar is.
In de vierde lichtsfeer aan Gene Zijde bevindt zich de Tempel der
Ziel. In deze Tempel werd Jozef het ontstaan van de schepping
getoond.
Dit artikel gaat over dit ontstaan, wat er was toen ons universum nog niet bestond, hoe de macrokosmos is ontstaan en welke functies zij heeft, hoe uit de macrokosmos, de microkosmos is ontstaan, d.w.z. mens, dier en plant.
Dit artikel presenteren wij u in vier delen:
- Het eerste deel gaat vooral over het ontstaan van de macrokosmos
- Het tweede deel gaat vooral over het ontstaan van de microkosmos, omdat deze uit de macrokosmos is ontstaan. We leggen hierbij de nadruk op het ontstaan van de mens. Aan de hand van een aantal schema’s zullen we proberen het de lezer zo duidelijk mogelijk te maken.
- Het derde deel zal gaan over de evolutionaire weg die de mens door ons zonnenstelsel maakt om uiteindelijk op aarde geboren te worden.
- In het vierde deel geven we een overzicht van de vorige drie delen en maken vergelijkingen tussen de macrokosmos en de microcosmos. Bijvoorbeeld: waar zien we de dampkringen terug in het menselijk lichaam.
Daarnaast zullen we aandacht
besteden aan het ontstaan van het dier en van de planten.
Bedenk echter dat het gehele scheppingsplan van God gebouwd is op
geleidelijke ontwikkeling. In tegenstelling tot wat er in de
bijbel staat, was niets er zo maar ineens. Alles moest evolueren
van graad tot graad, tot zijn definitieve staat.
We kunnen in deze artikelen
slechts fragmenten weergeven, de grote lijnen. Voor al die geïnteresseerden
die de complete verslaglegging van de reizen die Jozef Rulof
hiervoor met zijn meester in het hiernamaals maakte voor de
aardse mens, bevelen we de navolgende boeken aan:
1e.Een Blik in het Hiernamaals;
2e Het Ontstaan van het Heelal;
3e De kosmologie van Jozef Rulof.
Via deze volgorde van lezen komen we steeds dieper in deze
materie en zullen we het steeds beter gaan begrijpen. Meester
Alcar heeft ook voor Jozef Rulof deze volgorde vastgesteld. Al
lezende zult u begrijpen waarom dit zo was.
Echter, ook in de boeken konden slechts flitsen worden
weergegeven, maar wel zo, dat de lezer zich een goed beeld kon
vormen. Alles in detail beschrijven zou honderden boeken geven.
Als het Directe-Stemapparaat eenmaal op Aarde is, zullen deze
boeken worden geschreven.
Alles komt uit de Goddelijke
Bron. Het was en is nog steeds de Wil van Christus dat de mens op
aarde Goddelijk Bewustzijn ontvangt, wat geen enkele kerk,
godsdienst, sekte of groepering en geen enkele bestaande bijbel
ons mensen geven kan.
Alléén de ” Universiteit van Christus” is daartoe in
staat.
Als de mensheid deze geestelijk-wetenschappelijke Universiteit
aanvaardt, dan zal zij ook aanvaarden dat de bijbel met
onwaarheid begint, dat God niet verdoemen kan zoals de bijbel ons
wil doen geloven en dat de mens niet uit wat klei
en levensadem is gemaakt. Dat God alleen Liefde is en dat wij uit
die Liefde geboren zijn door God als de “Almoeder”.
Dat ook nu nog de moeder het hoogste is in de schepping, omdat zij door te baren het Goddelijke proces voortzet, zoals God dit heeft gewild. Dat is een Goddelijke Wet.
Deel 1: de macrokosmos.
(Citaat 56: ..Meester
Alcar, die André van zijn organisme vrij maakt, vangt hem achter
de kist op. Het is het leven voor de ziel als mens, waar hij
leeft als een astrale persoonlijkheid. Meester Alcar zegt
“Mijn André. Nu is het ogenblik gekomen, dat ik je voor de
‘Kosmologie’ kan ontvangen. God schonk ons deze mogelijkheid,
maar het zijn de hoogste Meesters, onder de bezielende ‘Liefde ‘
van Christus, waardoor wij die taak ontvingen. Weet het nu,
Christus is het die aan al het leven de mogelijkheid gaf om voor
de sferen van licht te dienen. Want het Goddelijke ‘AL’ wil dat
de mensheid ontwaakt”…)
Het Ontstaan van al het leven.
Zo was het voordat God zich
openbaarde. In deze duisternis, in deze lege ruimte was alleen de
“ALBRON”. En door deze “ALBRON” kreeg God een
eigen zelfstandigheid. In die ALBRON zijn de ‘ALMOEDER’, de ‘ALZIEL’,
het ‘ALLEVEN’ en wil zijn, de ‘ALLIEFDE’
In die ALBRON IS ALLES aanwezig, waardoor wij als mens voor het
universum geboren zijn.
Het universum zoals dit, tot nu toe, op aarde bekend is,
bestond nog niet. De “Oerknal” moest nog plaatsvinden.
Er was dus geen materie, stoffelijke zaken, helemaal niets, dan
alleen de ‘Albron’.
God had zich nog niet geopenbaard. God moest nog beginnen aan zijn vergeestelijking en verstoffelijking. die werking en stuwing vanuit de Albron moet nog komen en dan zien wij het Goddelijke Vader- en Moederschap.
De eerste verschijnselen van de
Goddelijke Openbaringen manifesteerden zich doordat er een heel
zwak licht in die duisternis kwam. De Albron gaat baren, m.a.w.
de Albron is op dit moment vooral ‘Moeder’ anders zou er van
baren geen sprake zijn. De Albron begint de ruimte te vullen door
eigen Goddelijk plasma, het levensbloed van de ‘Almoeder’, die op
haar beurt op aarde wordt vertegenwoordigd door het vader- en
moederschap.
Dit licht bleef geruime tijd en verdween weer. Nu was de
schepping begonnen.
Dit proces van het opkomen van
dit zwakke licht en vervolgens weer duisternis duurde miljoenen
jaren.
Dit zwakke licht werd steeds sterker en steeds meer zichtbaar tot
er overal in het universum licht was. Dit licht brak als het ware
door de duisternis heen, zodat die duisternis oploste.
Steeds krachtiger werd dit licht, maar ook de duisternis keerde
terug. Nog werd dit licht krachtiger en krachtiger maar verzwakte
opnieuw. Maar het leek alsof die duisternis voorgoed was opgelost.
Ook dit proces duurde eeuwen en eeuwen.
Nu had dit proces een bestaansleven aanvaard wat we ook nu nog kunnen vaststellen, immers nog steeds kennen wij de dag en de nacht. De ochtend- en avondschemering, zoals wij die kennen is te herleiden tot die eerste verschijnselen. Maar ook zien wij het licht en de duisternis terug in de hemelen en de hellen aan Gene Zijde en het sterven en geboren worden.
Dit opkomen en weer wegtrekken
van dit licht heeft zich in het begin steeds wéér voorgedaan,
waarbij het licht steeds krachtiger werd. Op een gegeven moment
was het licht zo krachtig dat er sprake was van een gouden
uitstraling. Ook dat gouden licht, dat was als een geestelijke
uitstraling, verzwakte weer en keerde daarna met een enorme
kracht terug. Toen was het gehele heelal als de zon, die we nu
kunnen waarnemen. Het universum was in een enorme vuurbol
veranderd. Dit bleef een hele tijd zo, om ook dan weer te
verzwakken. Dit gouden licht keerde terug en het universum was
veranderd in een goudbol.
De hierboven verschijnselen zien we terug als Gods Schepping is
voltooid en is dit de dag en nacht op aarde.
Echter, nog steeds was er in dit stadium van het scheppingsplan van planeten en sterren geen sprake!! Dat moest nog komen.
Het heelal gaat zich verdichten.
Ook dit gouden licht verzwakte opnieuw en daarin kwamen nu andere kleuren, bijvoorbeeld het lichte blauw, het zachte groen en vele andere tinten. Al die kleuren gingen in elkaar over, maar het gouden licht overheerste alles. Dit gouden licht zien wij terug in het Goddelijk AL.
Nu was het proces van verdichting ingetreden. Ook hierin zien we verschillende overgangen. Nu eens overheerste het zachte groen, dan weer het blauw om dan weer in elkaar over te gaan. Achter al deze kleuren echter lag het gouden licht dat door alles heen brak.
Opnieuw trad er een vervolgstadium in. Jozef kreeg het gevoel dat hemel en aarde zouden vergaan maar er gebeurde niets, maar die kracht wás er. Nu was het gehele uitspansel een strak kleed en daaroverheen lag een dicht waas en door dat waas brak dat gouden licht heen. Maar ook dat waas loste weer op en het leek alsof het in al die vele, vele tinten oploste. Dit nu was het verdichtingsproces. Al die kleuren van licht gingen nu in elkaar over en weer andere tinten werden zichtbaar. En al die kleuren kwamen uit die duisternis voort. En in die duisternis was God. Miljoenen jaren heeft dit proces geduurd. Langzaam verdichtte zich het uitspansel en is als een lichtende vuurgloed.
(Citaat 57: ….”Dit licht, dat tot de goddelijke energie behoort en waaruit alles ontstond, is aan de schepping voorafgegaan. Eerst toen dit gereed was, kon de eigenlijke schepping plaatsvinden. U ziet tevens dat het gouden licht blijft overheersen, dit zal het eeuwig blijven doen, omdat dit de goddelijke uitstraling is”… )
Het volgende stadium.
Het universum verandert nu in een violetachtig licht en daar doorheen lag weer dat gouden licht. Altijd overheerste dat gouden licht. Nu kwamen weer lichtere tinten tevoorschijn en gingen in elkaar over. En al die kleuren veranderden in één lichtkleur en dat licht was niet meer te omvatten. Het universum was nu één gouden massa. Het licht werd steeds krachtiger en er bestond in het universum een ontzaglijke spanning.
Uit dat gouden licht straalden weer duizenden andere tinten. Dit was God in duizenden lichtende gestalten en kleuren. En achter dit universum leefde iets, dat dit alles tot stand bracht.
(Citaat 58: ….”Nog is het laatste ogenblik niet aangebroken, maar het is in aantocht. Ook dit proces duurde miljoenen jaren, want het gouden licht moet overheersen, het is het gouden licht dat alles tot leven brengt. In dit licht zullen wij allen eens overgaan, wij allen zullen dát wat u nu hebt beleefd, ons eigen maken”… )
Het gouden licht werd zo krachtig, dat het universum in een vuurbol veranderde. Dit was al een paar keer gebeurd. Maar nu was de uiterste graad bereikt. In dit gouden licht kwam nu leven en dat leven trilde in het heelal voort. Het was te voelen wat er zou gaan gebeuren.
(Citaat 59:…”
Plotseling voer een ontzaglijke stroom door hem (Jozef,
die dit alles voor de mensheid op aarde aan gene zijde beleefde.
red.) heen. Hij zag dat het universum vaneen scheurde
en dat was wat hij reeds geruime tijd had verwacht. Het heelal
verdeelde zich in miljoenen lichtbollen en hij zag grote en
kleinere van deze lichtbollen voortzweven. Een geweldig gebeuren
had zich voltrokken. In onnoembare delen had het universum zich
verdeeld. God had zich geopenbaard. In biljoenen deeltjes en
daaronder zag hij nietige vonkjes, was dit ontzaglijke uiteen
gespat.
“Wat u ziet zijn lichtende vuurbollen, doch in werkelijkheid
is dit Gods eigen licht en leven, Gods heilige uitstraling
Daarin leeft God, dat is God en God is in
alles, wat straks nog geboren zal worden)
Professor Stephen Hawking
schrijft in zijn boek Het heelal:
“En als we eenmaal de ware aard van het heelal kennen,
kunnen we allemaal deelnemen aan de discussie over het waarom van
het heelal. Als we die vraag kunnen beantwoorden, luidt de
conclusie, ‘Is dat de bekroning van het menselijk verstand, want
dan kennen we de geest van God’.
Welnu professor, De “Universiteit van Christus” geeft u hierbij het antwoord. Het is wellicht voor u een kleine stap om dit te aanvaarden, voor het geluk van de mensheid is het een enorme sprong voorwaarts.
(Citaat 60:..”Zolang men echter ons leven niet kan aanvaarden, men dit alles wetenschappelijk wil verklaren, komen zij niet verder. Men moet het geestelijke leven aanvaarden, wil men met de zichtbare en onzichtbare kosmos worden verbonden, want ons leven is in verbinding met het kosmische geheel. Door ons leven te aanvaarden, André, daarin over te gaan, brengen wij aan deze zijde deze kosmische verbinding tot stand en vertellen wij hun wat zij moeten doen om de schepping te kunnen overzien. Wij kunnen hen helpen aan die instrumenten, die men reeds op de vierde graad bezit…”)
Inmiddels zijn er weer biljoenen jaren voorbijgegaan en hebben die lichtende vuurbollen zich verdicht. Er waren ook vuurbollen die een andere toestand aanvaarden en die behoren bij de vele zonnestelsels, die alleen de meesters aan Gene Zijde kennen. Vanaf nu is het niet meer mogelijk dat er een algehele duistenis komt. Voor ons zonnestelsel ontstonden hieruit de sterren en de planeten.
Dit was het eerste Goddelijke openbaringsproces
Het ontstaan van de
dampkringen.
Al die zonnen gingen zich nu verdichten waarvan er velen
voortzweefden in een cirkel. Ze werden weliswaar door andere
zonnen aangetrokken, maar toch was daar een andere kracht, die
het aantrekken voorkwam. Deze kracht was zo sterk, dat het niet
eens benoembaar was. Door dit voortzweven ontstond damp en net
zoals die zonnen in het eerste openbaringsproces geschapen waren,
zo werd ook die damp dichter en dichter. Hij werd zo dicht dat
deze damp als een waas om die zonnen, die vuurbollen, gesloten
werd. Dit was de vorming van de dampkring en het tweede
openbaringsproces. In die dampkring bevindt zich dus een vuurbol,
die later een planeet zal worden. Er waren miljoenen van deze
vuurbollen in de ruimte, die allemaal een dicht waas om zich heen
hadden.
We gaan nu weer miljoenen jaren verder. Het gouden licht is nu verzwakt, Het verdichtingsproces is steeds doorgegaan. Als dit verdichtingsproces ten einde is hebben die miljoenen planeten hun definitieve bestaanstoestand aanvaard en is het kosmische wonder geschied en het heelal geschapen.
leder lichaam is energie, waardoor dit lichaam zich, van binnen uit, verdicht. Door dit verdichtingsproces trekt het ene lichaam het andere aan, maar stoot het ook weer af. Deze dampkring is tevens de bescherming voor elke afzonderlijke planeet. Door dit aantrekkings- en afstotingsproces heeft elke planeet en ster zijn eigen loop in het universum verzekerd, waardoor er orde heerst, wat in iedere planeet of ster opgesloten ligt. Was dit niet zo en deed iedere planeet maar wat hij wilde, dan zou er een enorme chaos zijn ontstaan en het universum in elkaar zijn gestort. Maar God overzag dit alles.
Al deze hemellichamen hebben hun eigen zelfstandigheid gekregen om hun eigen taak te volbrengen, naar eigen grootte en kracht en beschrijven hun eigen baan in het heelal. De maan gaat straks het Goddelijke moederschap vertegenwoordigen, de zon het Goddelijke Vaderschap. De aarde is het kind van zon en maan. Onzin!? De belangrijkste Goddelijke Wetten zijn Vaderschap, Moederschap en de Reïncarnatie. Deze Wetten gelden voor het gehele Goddelijke Universum, waarbij we straks, bij het ontstaan van de microkosmos (mens, dier en plant) de wet van de Reïncarnatie terugzien.
De planeten hebben hun plaats in het universum ingenomen, maar moeten de verdichtings- en verhardingswetten nog verder ondergaan. In het begin waren deze planeten en sterren nog niet, zoals we ze nu kennen. Ze waren nog heel klein en moesten nog verder uitdijen, zoals ook God zich had uitgedijd. De zon had nog lang niet die uitstraling, zoals wij die nu kennen., was nog lang niet zo groot. Dit alles zat opgesloten in de Goddelijke Voorzienigheid, zo moest het gaan.
ozef Rulof heeft dit gigantische wordingsproces van het heelal, als vertegenwoordiger van de aardse mens, beleefd. leder mens die “achter de kist” komt en in gevoel afstemming heeft op de sferen van licht, zal dit Goddelijk openbaringsproces worden getoond. De mens die afstemming heeft op de duisternis zal nog moeten wachten. Hij zal een God van Liefde nog niet kunnen aanvaarden. Maar ieder mens zal dit ooit te zien en te beleven krijgen.
Ook de wetenschappers, de natuurkundigen, de fysici, de astronomen, die nu nog beweren dat er geen God bestaat- en dat zijn er velen – zullen aan gene zijde tot hoofdbuigen komen en zich realiseren wat zij de mensheid hebben onthouden door hun eigen ego het belangrijkste te maken.
(Citaat 2:…..”Eerst in het jaar 2000 ontvangt deze mensheid het geestelijk ontwaken…. Wie op aarde straks onze boeken leest, zal zich gelukkig voelen en hierna komt, de wetenschap zal ons steunen. De geleerden moeten straks deze wetten aanvaarden en eerst dan vliegen de boeken over de aarde…..”)
Eens waren er alleen vuurbollen, nu zijn het planeten geworden. Die kleinere vuurbollen noemen we sterren.
In het kort weergegeven:
- 1. Eerst was er de ALBRON, duisternis en een lege ruimte.
- 2. Goddelijke Openbaringen. Steeds krachtiger opkomend licht, kleuren etc. waarna weer de duisternis.Dit proces van licht – donker gaat door tot het universum één grote gouden uitstraling heeft en volgt:
De Goddelijke Splitsing.
De Oerknal, waarin God zich splitst in myriaden delen en deeltjes, bollen en bolletjes, die straks de sterren en planeten zullen worden. - 3. Verdichting en verharding van de sterren en planeten.
In het volgende artikel over het Ontstaan van het Heelal gaan we zien hoe de mens ooit aan zijn evolutie is begonnen, hoe het dier uit de mens is ontstaan en de planten weer uit het dier. Dan zijn we weer miljoenen jaren verder.
Hans Roesink